Het begin van de coronatijd. Veel mensen weten nog wel hoe dit er voor hen zelf uit zag, evenals wij hier. Net twee weken zaten we in ons prachtige nieuwe kantoor en toen moesten wij ook thuis gaan werken. Wat was dat vervelend zeg! Maar gelukkig hadden we allemaal onze telefoon en laptop en kwamen we een heel eind. Dat was wel een heel ander verhaal voor veel kinderen en ouderen in Rotterdam. Zij zaten opeens thuis. Kinderen moesten thuis hun huiswerk maken en ouderen mochten geen bezoek meer ontvangen. Maar ook ouders die opeens hun kinderen thuisonderwijs moesten gaan geven.

Geen school én geen bezoek, wat wel?
De eerste weken stroomden de hulpvragen binnen. Hulpvragen vanuit scholen en welzijnsorganisaties. Op een gegeven moment bereikte ons het nieuws dat er kinderen geen laptop en sommigen zelfs geen internet in huis hadden. Daardoor konden ook zij hun schoolwerk niet maken. En dit waren dan ook nog eens precies de kinderen die al wat achterstand hadden op school en nu nog meer achterstand opliepen.
Maar er waren ook ouderen, de mensen die juist hun energie haalden uit het kopje koffie wat ze doordeweeks met elkaar deden. Maar dit mocht opeens  niet meer. Ze moesten in hun woning blijven, mochten geen kopjes koffie meer drinken bij elkaar, geen boodschappen meer doen en zelfs een onschuldig rondje lopen bleek nu een groot risico. Twee verschillende groepen, maar met dezelfde vraag. Een laptop!

Meerdere redders in nood
Nadat duidelijk werd dat kinderen een laptop nodig hadden voor het maken van hun huiswerk en de ouderen voor het contact met anderen zijn we aan de slag gegaan! Vanuit meerdere hoeken werden we geholpen en hebben we meerdere laptops kunnen aanbieden aan kinderen en ouderen. Er zijn laptops gegaan naar SOL, Wijkteam Oude Noorden & Pameijer. En dit alles is mogelijk gemaakt door onze fantastische partners De Digitale Klusjesman en Chemours! Dankzij deze partners kunnen kinderen hun huiswerk weer maken en drinken de ouderen een digitaal kopje koffie.

Dit verhaal is geschreven door onze projectcoördinator Mariëtte van der Veer