Toen ik in 2015 startte met ANDERS werkte ik in Papendrecht vanuit een kantoorpand op de tweede verdieping. Vanaf mijn werkplek had ik zicht op een brandweerkazerne aan de overkant van de straat. Om de zoveel tijd kwamen er dan met hoge snelheid auto’s aangereden waarna de brandweerwagen seconden later met sirenes vertrok. Deze mensen waren een kwartier eerder nog op hun baan, thuis aan het werk of misschien wel hun gras aan het maaien. Maar zodra die pieper ging sprongen ze in de auto richting de kazerne, en even later, richting de nood.
A Whole Of Society Approach
Deze beelden kwamen weer tot leven toen ik laatst een tweedaagse training volgde met het thema “A whole of society approach”. Een mooie Engelse term die samengevat betekent dat je alle sectoren en lagen in de samenleving betrekt bij het oplossen van grote problemen of vraagstukken.
Tijdens de tweedaagse waren er meerdere mensen van defensie aanwezig om hun kijk op onze samenleving te geven, de huidige onzekerheid in de wereld, en wat er nodig is wanneer er oorlogen of zoals zij het heel tactisch zeggen ‘verstoringen’ optreden in ons land. Bijvoorbeeld; wat als het internet komende weken uitvalt. Wat als het drinkwater plots niet meer uit de kraan komt of de stroom uitvalt? Welke processen komen er dan in beweging, maar ook; welke rol is er dan voor maatschappelijke organisaties zoals die van ons. Hoe wendbaar zijn we als samenleving wanneer er een noodsituatie is? Een waardevol gesprek, want in tijden van vrede moet je jezelf voorbereiden op oorlog, en in tijden van oorlog op vrede.
We hebben natuurlijk al verschillende ‘verstoring’ meegemaakt; corona, de start van de oorlog in Oekraïne en de energiecrisis. Het goede nieuws was dat er veel organisaties en burgers zelf in actie kwamen en er nieuwe samenwerkingsverbanden ontstonden die eerder onmogelijk leken. Tegelijkertijd hebben we ook gezien dat een belangrijk deel van die nieuwe vrijwillige kracht en inzet als een ballon leegliep zodra we crisis-moe werden en de urgentie afnam.
Ik begon dit bericht met de vrijwillige brandweermannen en vrouwen, maar diezelfde paraatheid zien we bij reservisten bij defensie. Vrouwen en mannen die een partner, soms een gezin hebben, een baan, hobby’s, etcetera. Maar wanneer er nood aan de man is hebben ze slechts een tikje op de schouder nodig om in actie te komen. Dan staan ze klaar voor nood en zijn ze bereid hun handen vies te maken.
Ondernemers als sociaal-reservist
Ik vond dit geweldige brug naar onze ondernemers. Ze hebben een bedrijf en zijn trots op hun dienstverlening en product. Daar ligt ook heel begrijpelijk hun hoofdfocus. Maar, wanneer er nood aan de man is mogen we ze bellen, en waar mogelijk springen ze in die spreekwoordelijke auto richting de kazerne, of maken ze zichzelf beschikbaar voor een missie. Wat een rijkdom!
Nederland is nog altijd een sterk, welvarend en in vele opzichten veilig land. Maar het is ook waar dat we in onzekere tijden leven. Des te mooi dat wij bouwen aan een groeiend netwerk van sociale-reservisten; onze ondernemers die bereid zijn mee te denken wanneer er achter de voordeur een oorlog schuilgaat, of wanneer spreekwoordelijk iemands leven in de brand staat. Onze mobiele eenheid van ondernemers maakt dagelijks het verschil, en kan zo een prachtige schakel zijn in die (in slecht vertaald Nederlands) ‘heel-de-samenleving-aanpak’.
Ik hoop dat deze gedachtengang een nieuwe demensie geeft aan ons werk en dat van vele andere maatschappelijke initiatieven in ons land. Wat mooi dat wij als organisaties, wanneer het nodig is, onderdeel kunnen zijn van dat noodpakket voor onze samenleving, in het groot of heel persoonlijk in het klein. Samen maken we Nederland zo nóg mooier, én weerbaarder.
Deze blog werd geschreven door Robert de Heer, oprichter en directeur van stichting ANDERS NL